Verzoening

2 Korintiërs 5:19-21 (NBV21)
God heeft in Christus de wereld met zich verzoend: Hij heeft de wereld haar overtredingen niet aangerekend. En ons heeft Hij de verkondiging van de verzoening toevertrouwd. Wij zijn gezanten van Christus, God doet door ons zijn oproep. Namens Christus vragen wij u dringend: laat u met God verzoenen. Ter wille van ons heeft God Hem die de zonde niet kende één gemaakt met de zonde, zodat wij in Hem rechtvaardig voor God konden worden.

Verzoening met God is zowat het belangrijkste wat moet gebeuren in een mensenleven. Daarover gaat het in de bijbel, reeds van in het oude testament. Yom Kippur – de Grote Verzoendag – was en is nog steeds de belangrijkste feestdag voor de Joden. Verzoening met God is zo essentieel, maar wordt toch door de meerderheid in deze wereld weggewuifd. Mensen trekken er zich niets van aan, ze willen er niet door verstoord worden.

Heel de wereld wordt in werkelijkheid door iets anders gedomineerd: door het vinden van oplossingen om te voorzien in alles wat we nodig hebben. Dit is een drang die diep in ieder mensenhart geworteld zit. Voor de meerderheid is het eerste en belangrijkste in het leven dat men voldoening vindt voor zijn behoeften. Het ideaalbeeld van welvaart is dan, dat men over alles beschikt wat nodig is om gelukkig te kunnen zijn. 

Het grootste probleem van deze mentaliteit is dat ze zeer zelf-gericht is. Tenslotte leeft iedereen voor zichzelf, en andere mensen zijn er ofwel voor jou … of je houdt ze als concurrenten op een afstand. Je hebt liefde nodig, maar je bent niet in staat om liefde te geven. Je weet niet wat liefde is. Een ander probleem is dat je, om gelukkig te kunnen zijn, steeds weer nieuwe behoeften moet vinden, en dat de gedachte aan tevredenheid oersaai is. Je weet niet wat vrede is. Je vindt ook nooit geluk, je weet niet wat blijvende blijdschap is... en zo kunnen we nog een tijdje doorgaan, je weet niet wat trouw is, je weet niet wat geduld is, zachtheid, goedheid, zelfbeheersing, enz… De Bijbel beschrijft dit alles als ‘missen van het doel’ en het woord dat daarvoor gebruikt wordt is ‘zonde’.

Jesaja profeteert over de komende Messias, hij die door God zou gezonden worden om de mensen uit hun problemen te halen, d.w.z. om met hun zonde af te rekenen, een nieuwe levensvisie te geven en hun ondergang te voorkomen. In hoofdstuk 5 noemt Jesaja hem de lijdende Knecht van de Heer.

Jesaja 53: 5 en 6  (NBV21)
5. Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken.
5. De straf die hij onderging bracht ons vrede, zijn striemen gaven ons genezing.

Het volgend vers legt de vinger op de wonde, het zegt
6. – waaruit de problemen van de mens voortkomen, en
6. – wat dit betekent voor de messias, die gezonden is om de mensen van hun problemen te verlossen.

6. – Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg;
6. maar de wandaden van ons allen liet de HEER op hem neerkomen.

De wortel van de problemen is dat iedereen zijn eigen weg zoekt, net als een schaap dat alleen maar vlak voor zijn neus gras wil zien en ronddoolt met als enige motivatie ergens gras te vinden. Mensen bouwen gedurende heel hun leven zorgvuldig de illusie op, dat ze genoeg hebben aan zichzelf, als ze maar in hun eigen behoeften kunnen voorzien en in het ideaal geval autonoom kunnen zijn, d.w.z. van niemand afhangen en aan niemand verantwoording voor hun daden moeten afleggen. 

Het lijden van de Messias, (= van Christus), bedoeld om ons vrij te kopen van de straf voor deze onverschilligheid en rebellie tegenover onze Maker, was niet alleen het kruis, maar ook het moedig ondergaan van alle gevolgen waaraan iemand wordt blootgesteld die zonder zonde in deze wereld wil leven. Iets wat ons allen te wachten staat als wij de illusie -dat wij best voor onszelf en autonoom kunnen leven- willen afbouwen. Deze illusie kan alleen worden afgebroken als we lijden aanvaarden! Lijden doet ons de werkelijkheid beseffen! 

Je moet maar eens in zo’n situatie verkeren, dat je in nood bent, temidden van mensen die vooral voor zichzelf zorgen. Dan ervaar je aan de lijve welk effect liefdeloosheid heeft. De meeste mensen verharden en zullen uiteindelijk verbitteren als ze afgewezen worden, dat is het normale effect als praktische liefde ontbreekt. 

Wijzelf kennen het best de kant van de mensen die vooral voor zichzelf leven. Wie van ons kan zeggen dat hij nooit iemand in de kou heeft laten staan, wie van ons vindt in de harde en gevaarlijke praktijk van het bestaan, zelfbehoud niet belangrijker dan solidariteit? 

Jezus nam de plaats in van de slachtoffers van deze zondige houding, echter zonder zelf te zondigen. Je moet maar eens temidden van deze wandaden staan (zoals Jes.53 het noemt), ‘wandaden’ die je als regen overspoelen in een samenleving waar iedereen zijn eigen weg zoekt. Jezus heeft in deze omgeving van liefdeloosheid en zonde vergevingsgezindheid moeten opbrengen; innerlijke blijdschap, tevredenheid, vriendelijkheid.en zachtheid moeten bewaren; en zelfbeheersing, geduld, goedheid en trouw moeten produceren. Hij heeft geleerd om in onmogelijke omstandigheden toch te handelen in overeenstemming met Gods karakter. Hij heeft gehoorzaamheid geleerd door wat hij heeft geleden (Hebr.5:8). 

Jezus Christus heeft laten zien wat mogelijk is, in samenwerking met zijn hemelse Vader! Hij heeft de kracht en het effect getoond van een leven in harmonie met de Schepper, … wat een verantwoord en zondeloos leven is.

Onder andere de 1ste brief van Petrus moedigt ons aan om hetzelfde te doen: leven in harmonie, of verzoend met God.

Dat is uw roeping; ook Christus heeft geleden, omwille van u, en heeft u daarmee een voorbeeld gegeven. Treed dus in de voetsporen van Hem die geen enkele zonde beging en nooit bedrieglijke taal sprak. Hij werd gehoond en hoonde zelf niet, Hij leed en dreigde niet, Hij liet het oordeel over aan Hem die rechtvaardig oordeelt.

1 Petr 2:21-23. (NBV21)

Daarom laten we ons dopen, we leggen onze wandaden af, we stoppen met rond te dwalen als schapen, die elk hun eigen weg zoeken, en we geloven dat we een nieuw leven zullen zien groeien, in harmonie met (of gehoorzaam aan) onze Schepper. We leren genieten van zijn vergeving voor onze misstappen en onze mislukkingen; en we leren opgewekt en krachtig te zijn, door innerlijke blijdschap en vrede. 

1 Petrus 3:21-22 zegt (NBV21)en dat water (de watervloed waaruit Noach’s familie werd gered) is een voorafbeelding van het water van de doop, die niet het vuil van uw lichaam wast maar een vraag is aan God om een zuiver geweten. De doop brengt redding dankzij de opstanding van Jezus Christus, die de hemel is binnengegaan en nu aan Gods rechterhand zit, terwijl de engelen, machten en krachten aan Hem onderworpen zijn.

De doop is een vraag aan God om een zuiver geweten, staat hier. Het gaat erom aan God een goed geweten te vragen. Niet alleen vergeving voor het onbehoorlijke, maar vooral hulp om te handelen op een manier die we kunnen verantwoorden. Een paar verzen eerder, in vers 16, zegt Petrus dat wij als christenen in de wereld moeten leven met een goed geweten, zodat niemand een geldige reden kan vinden om ons ervan te beschuldigen iets verkeerds te doen. Ons laten dopen is openlijk laten zien dat wij ons verkeerde leven hebben afgelegd, om met Gods hulp in ons verder leven een zuiver geweten te kunnen bewaren. Volgens de Willebrord vertaling van 1 Petrus 3:21 is de doop ’een verzoek aan God om een zuiver geweten, krachtens de opstanding van Jezus Christus’. Over Jezus Christus lezen we verder: die de hemel is binnengegaan en nu aan Gods rechterhand zit. Het is een verzoek om een verantwoord leven te kunnen leiden, in dezelfde kracht die Jezus uit de dood heeft opgewekt, omdat we rekenen op de verzoening die de Heer Jezus voor de mensheid verworven heeft. Het tafereel van Jezus die de hemel binnengegaat en aan Gods rechterhand gaat zitten, beschrijft de verzoening.

Het is een gebeuren naar het model van de ceremonie op de Grote Verzoendag, waarbij de hogepriester met het bloed van de offerdieren die op deze dag geslacht waren, het allerheiligste deel van de tempel binnenging … en Gods troon benaderde. Zo is Jezus, onze hogepriester of vertegenwoordiger, de hemel binnengegaan, met zijn eigen bloed (Hebr.9:11-15), het bewijs dat de losprijs voor onze verlossing betaald werd. Dat betekent vergeving of reiniging van onze ‘wandaden’!

In het allerheiligste stond de ark van het verbond, een kist waarin de geschreven wet lag. Het deksel dat de wet, die ons schuldig verklaart, bedekte heette het ‘verzoendeksel’. Het verzoendeksel was, volgens het Hebreeuws grondwoord ‘kapporeth‘ ook de genadetroon van God. Het is genade, dat wij vertegenwoordigd zijn aan de rechterhand van God op zijn troon. In Christus bevinden wij ons, door genade, in een positie die een verantwoord leven mogelijk maakt. 

Let wel, dit verantwoord leven is wandelen in de voetsporen van Hem die geen enkele zonde beging; en die het lijden aanvaardde, dat in deze wereld gepaard gaat met een houding en daden die in overeenstemming zijn met Gods karakter. Lijden is onvermijdelijk, maar we hoeven daar niet op te focussen, want het wordt overstemd door het nieuwe leven, in de kracht die God geeft, de overweldigende, onbegrensde kracht, die werkzaam is in ons die geloven (Ef 1:19). Lijden is slechts de buitenste schil van de vrucht die bestaat uit liefde, vrede, blijdschap, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtheid en zelfbeheersing. Dat is de vrucht van de Geest die in ons komt wonen als gevolg van verzoening met God. Laat je dus met God verzoenen, niet oppervlakkig of alleen in je gedachten, maar wandel in de voetsporen van Jezus, anders mis je het doel van het leven. 

Hij heeft onze zonden gedragen met zijn lichaam aan het kruishout, opdat wij, dood voor de zonde, rechtvaardig zouden leven.

1 Petrus 2:24 (NBV21)

Plaats een reactie