Matteüs 4: 1-11

Het eerste deel van het vierde hoofdstuk van het Matteüsevangelie gaat over Jezus’ tegenstander

De verzoeking in de woestijn

De woestijn of de wildernis is een plaats waar geen wegen zijn aangelegd. Als iemand daar verzeild geraakt, zal hij geen weg of wegwijzer vinden. Wel valse wegen, die op een weg lijken, maar uiteindelijk nergens heen leiden. Alleen maar naar een andere plaats -in de woestijn-.

Als we geen oogkleppen dragen, zoals vroeger de paarden op straat, kunnen we in dit beeld van de woestijn de chaotische situatie van onze wereld en zelfs van onze onmiddellijke omgeving herkennen. Paarden mochten dit niet zien, want ze zouden opgeschrikt worden. En wij, gedreven om vooruit te gaan, willen dit meestal ook niet zien, om dezelfde reden. We dragen helaas soms oogkleppen, maar luisteren niet naar een menner; we gaan vooruit met beperkt uitzicht maar zonder bestuurder. Leiding door de Heilige Geest is als principe algemeen gekend, maar blijkt heel moeilijk toepasbaar. We missen de clue! We beseffen niet dat dit GODS WERK is dat we behoren te VERTROUWEN. Het is niet een theorie die we moeten toepassen. 

Jeremia schrijft in 31:22 aan Gods volk: ‘Waarom zoekt u steeds uw eigen weg, opstandige? De HEER schept iets nieuws op aarde’. (WV) 

Christenen geloven per definitie het evangelie, over het nieuwe dat God op aarde schept … maar zijn in de praktijk vaak even opstanding als Gods volk in Jeremia’s tijd. 

Daarom is het zo belangrijk om het evangelie eens te lezen, geschreven door iemand die als ware volgeling deel uitmaakte van het hoogtepunt, de laatste drie jaren, van Jezus’ leven. 

We zijn aangekomen in Matteüs 4, de verzoeking van Jezus in de woestijn. In Matteüs 3 komt Johannes de doper uit de woestijn, met een boodschap, met goed nieuws! In Matteüs 4 gaat Jezus in de woestijn. Hij is het goede nieuws, de weg die God in de woestijn aanlegt. Temidden de chaos van het leven, met al die valse wegen die nergens heen leiden, tenzij op het einde naar de dood, daar is tegenwoordig Jezus te vinden, de echte weg, de waarheid en het leven.

Officieel leven wij in een welvaartsstaat, waarin iedereen zijn weg kan zoeken. Niemand hoeft officieel noodlijdend te zijn, als het wel zo is, is het je eigen schuld. Je moet je maar laten verzorgen, je voegen en je best doen! Onze welvaart blijkt het product te zijn van een harteloze machine.

Misschien denken wij dat we dankzij ons geloof gevrijwaard zijn van bedrieglijke wegen, die alleen maar dienen om de machinerie draaiende te houden, maar verder nergens heen leiden. Maar laat je niet misleiden, deze verraderlijke mechaniek draait ook in ons binnenste. 

Sommigen slagen erin om zich terug te trekken en te genieten van een rustig leven, veel geld hoeft niet. Een beetje comfort en geduldig afwachten tot de Heer terugkomt. Hopelijk leggen we daar ons boontjes niet op te week. Dat is niet de rust die de Heer voor ons in petto heeft. Dat is misschien hoe wij zelf graag Gods woord begrijpen. Maar niet de hoop die Hij ons wil geven. De Heer heeft niet gezegd: “De overwinning is binnen. Wacht nu maar!”. Neen, Hij zei: “leer van Mij” en “ga discipelen of leerlingen van Mij maken.” “Nu heb je een weg om te leren bewandelen!”

Als wij, gelovigen, op onze zogezegde ‘rustige weg’ niet goed opletten, kunnen krachten in ons binnenste opduiken die ons in een richting duwen die we nooit bewust zouden willen kiezen. De ervaring leert ons dat een mens heen en weer geslingerd kan worden tussen allerlei gedachten en gevoelens. Soms hebben we het echt niet onder controle. 

Het zou naïef zijn te denken dat het volstaat om te geloven, het kwade af te wijzen en het goede na te streven. De realiteit is dat er in ons binnenste krachten blijven slapen waarvan we ons niet bewust zijn, maar ze zijn sterker dan onze goede voornemens, en sterker dan onze wil. 

Ik spreek niet over demonen maar over de krachten van ons vlees. Boze geesten komen van buiten en dienen zich aan als bondgenoten van deze krachten die in ieder mens sluimeren. Ze maken die krachten wakker. En het is mogelijk dat we plots merken dat we dingen denken en zelfs zeggen of doen die we zelf eigenlijk niet willen. En die zelfs  drager kunnen worden van de bovenmenselijke krachten van de Boze.   

Wie de Heer en zijn weg vertrouwt, zal altijd in zijn binnenste grote strijd ervaren.  We zien goedmenende broers en zusters instorten! Precies omdat ze het zo goed hebben gemeend! 

Bij aardbevingen storten gebouwen in omdat ze niet kwaliteitsvol zijn opgebouwd, met stabiele architectuur en met schokbestendig materiaal. Soms gebeurt de opbouw te snel en te goedkoop.

Tijdens stormen vallen bomen neer, omdat ze geen diepe wortels hebben. Een boom die regelmatig door de wind geschud wordt zal vanzelf stevige vertakte wortels ontwikkelen. In de lente heeft een boom veel vocht nodig, om bladeren en bloesem te laten ontbotten. Als hij moet lijden in een warme en droge lente, zullen de wortels van de boom dieper en dieper groeien, tot ze water vinden. Mooie en stevige bomen die tegen een stootje kunnen, hebben zware tijden achter de rug. Stormen en droogtes. 

Mooie en stabiele mensen die tegen een stootje kunnen, hebben geduldig de prijs voor hun opbouw betaald. En hebben zware tijden achter de rug. Stormen en droogtes. 

Soms brengt God ons in gevaarlijke situaties, want daar kunnen we sterk worden en mooi uitgroeien. Het kan raar in onze oren klinken dat de liefdevolle God zijn kinderen het gevaar en de droogte in-jaagt. Maar dat was ook wat het volk van Israël in het Oude Testament meemaakte. God leidde hen de woestijn in. 

Na zijn doop in de Jordaan, waarbij de heilige Geest op Hem gekomen was, werd Jezus door de Geest ook geleid naar de onvruchtbare chaos die Hij vanuit zijn zondeloze natuur nooit zelf zou opzoeken. Maar nu was Hij aan zijn missie begonnen, Hij moest dezelfde beproevingen ondergaan die mensen meemaken als ze vanuit de chaos van hun zondig leven, op de nieuwe weg willen stappen. Hij zou echt in de praktijk het lot dragen van de zondige mens die hoopt en rekent op Gods gerechtigheid: dat is verlossing, genezing en leren wandelen op de weg waar alles in orde komt.

Matteüs 4:1-3 Toen werd Jezus door de Geest weggeleid naar de woestijn om verzocht te worden door de duivel. En nadat Hij veertig dagen en veertig nachten had gevast, kreeg Hij ten slotte honger. En de verzoeker kwam bij Hem en zei: Als U Gods Zoon bent, zeg dan dat deze stenen broden worden. 

Woestijnperioden zijn bedoeld om God te horen zeggen: Zie ik ga iets nieuws maken (Jesaja 43:19). In onvoorstelbare en onbegrijpelijke situaties, kan een mens leren vertrouwen op God. Leren bouwen op zijn Woord en op zijn Trouw. HIJ LEIDT ONS, we moeten er niet aan twijfelen dat er een goede weg is, ook in de woestijn. Maar het is geen bekende weg, Jezus is goed NIEUWS, Hem navolgen is een compleet nieuwe weg bewandelen.

Jezus had geweldige honger. Zijn lichaam verlangde eten! Daar is toch niets mis mee… De vraag is, wat doen wij met onze normale verlangens, wat doen wij als we in nood zijn?
– Wordt ons leven op dat moment gedicteerd door onze nood?
– Of leren wij op de Heer onze God vertrouwen; en op Hem wachten?
Als de situatie zo erg is, dat we het niet meer weten, zou één gedachte altijd moeten overeind blijven: Niet mijn nood zegt wat ik moet doen, IK WIL LUISTEREN NAAR DE HEER. 

Jezus zei: Er staat geschreven: De mens zal niet van brood alleen leven, maar van elk woord dat uit de mond van God komt (Mat 4:4).  

vers 5,-6 Toen nam de duivel Hem mee naar de heilige stad en zette Hem op het hoogste gedeelte van de tempel, en hij zei tegen Hem: Als U de Zoon van God bent, werp Uzelf dan naar beneden, want er staat geschreven dat Hij Zijn engelen voor U bevel zal geven, en dat zij U op de handen zullen dragen, opdat U Uw voet niet misschien aan een steen stoot.

Jezus werd afgeleid van zijn missie. Hij moest op aarde ‘de weg’ zijn, op de grond! Niet iemand die alles vanuit de hoogte regelt. De hoge troon zou pas komen NA beëindiging van zijn aardse werk. Nu moest Hij het lot en het lijden van de dolende mens dragen. Hij moest leren wat het voor een zwakke mens, die blootgesteld is aan extreme verleidingen, betekent om God te gehoorzamen. Want Hij zou de mens die op aarde verdwaald is ooit moeten dragen, als een blijvende, begripvolle en betrouwbare weg. Het ging even niet om Jezus’ eigen eer, maar om de waardigheid van de verdwaalde mens, op het moment dat die ooit zelf met God in het leven zou kunnen wandelen. Jezus’ eer zou erin bestaan dat Hij de weg zou zijn.

Eens zullen wij met Hem op de troon zitten, maar nu moeten we vooral leren heersen. We zijn er nog niet, maar we zitten wel op de goede weg, en het is er ook goed! We leren heersen, of op een goede manier zorgen dat ons leven en dat van onze familie en onze naaste op een goede manier verloopt. Niet zoals de wereld het gewoonlijk doet; maar op de nieuwe manier die God maakt! Niet vanuit een positie waar wij weten hoe het moet, maar nederig wachtend op de hand van de Kunstenaar, God die bezig is met de nieuwe schepping in Christus. Zonder God te verzoeken om onze eigen inzichten te volgen en onze oude, onvolwassen wensen in te willigen.

Jezus zei tegen hem (de duivelse misleider): Er staat eveneens geschreven: U zult de Heere, uw God, niet verzoeken. Mat 4:7 

vers 8-9 Opnieuw nam de duivel Hem mee, nu naar een zeer hoge berg, en hij liet Hem al de koninkrijken van de wereld zien, met hun heerlijkheid, en zei tegen Hem: Dit alles zal ik U geven, als U knielt en mij aanbidt.  

Dit was niet langer een verleiding door de duivel, maar een regelrechte poging van de duivel om zijn prooi te overmeesteren: ‘Wees realistisch!’ Was de gedachte waarmee hij aanviel. ‘Je ziet toch wie de touwtjes hier in handen heeft! Je ziet toch dat jij alles behalve populair bent. Je hoeft die ambities van uw koninkrijk niet op te geven, je bent precies de kerel die ik zoek! Ik kan je dit koninkrijk geven, als je een beetje realistisch wordt en mij aanbidt.’ In Jezus’ oren klonk dit niet als blufpoker, Hij heeft inderdaad verschillende keren de duivel ‘de overste van deze wereld’ genoemd. Maar inplaats van zich door hem te laten overmeesteren zei Jezus: 

Ga weg, satan, want er staat geschreven: De Heere, uw God, zult u aanbidden en Hem alleen dienen. (Vers 10)

Zo eenvoudig is het! De waarheid is eenvoudig, maar hem toepassen is nieuw. We moeten helaas nog steeds vaststellen dat in de wereld de lakens worden uitgedeeld door mensen die de Heer niet aanbidden en dienen. De missie van Jezus en zijn volgelingen is nog steeds niet voleindigd. Er zijn niet zoveel mensen die geloven in de waarheid zonder die zelf te moeten begrijpen of beheersen. Er zijn slechts weinigen die de nieuwe weg volgen dwars doorheen de woestijn, zonder feestjes te bouwen op schijn-nieuwe en zelfgemaakte wegen. Mensen die alleen rekenen op het nieuwe of het uitzonderlijke dat God doet, en die wachten op zijn onvergankelijke geschenken, zijn zeldzame, stille vogels in deze wereld. Maar wees niet bang, aanbidt de vergevende God! Wie zich aan Hem toevertrouwen ontvangen eeuwig leven, zonder het te verdienen. Gewoon door zich geduldig op zijn weg te laten vormen, of een discipel te zijn. Daarvoor dient het aardse leven.

Dat Jezus door de duivel af te wijzen ook de vertrouwde menselijke wegen afwees, betekende niet dat Hij op zijn honger bleef zitten, en dat zijn nood niet gezien werd in de hemel. Vers 11 Toen liet de duivel Hem gaan; en zie, engelen kwamen en dienden Hem.  

2 gedachten over “Matteüs 4: 1-11

  1. Want God heeft ons gemaakt. En Hij heeft ook Zelf in Jezus Christus nieuwe mensen van ons gemaakt. Nu kunnen we voor Hem de goede dingen doen die Hij van tevoren al voor ons had bedacht. ‭‭Efeziërs‬ ‭2‬:‭10‬ ‭BB‬‬

    Like

Plaats een reactie