Matteüs 5:1

Toen Hij de mensenmassa zag, ging Hij de berg op.

Inleiding op de Bergrede

Beeld je in: een wandelaar, puur gedreven door zijn fascinatie voor het uitzich, die steeds maar hoger de bergen in trekt. Niet een echte bergbeklimmer, maar hij geraakt toch redelijk hoog! En plots staat hij daar … op een plek met een geweldig panorama, en onder hem een rotswand, steil naar beneden. Het is een duizelingwekkende ervaring, wanneer hij over de rand van de steile klif in het landschap staart. En hij heeft niets in de buurt om zich aan vast te houden …

Deze ervaring, denk ik, komt dicht bij wat iemand moet meemaken die plots in de overweldigende tegenwoordigheid van God komt te staan. Denk aan Jesaja die God zag, gezeten op zijn hoogverheven troon. En aan Mozes die God ontmoette op de berg Sinaï.

Beeld je in dat jij die wandelaar bent. Je ziet in het gewone leven slechts iets van Gods schepping. Maar de schepping is duizelingwekkend. Als je nu eens een blik zou kunnen werpen op God zelf, en hem zien zoals Hij werkelijk is, zou je van je sokken geblazen worden … en dan is er echt niets meer om je nog aan vast te houden! Niets van wat je meende te weten kan nog houvast bieden, geen woord, geen definitie, geen begrip blijkt toereikend te zijn. Dat brengt je aan het wankelen. God die effectief boven alles staat, boven alle taal, alle verstand, ieder gevoel, iedere moraal en alle liefde, en die alle omstandigheden, alle gebeurtenissen en zelfs de tijd overstijgt … is ontzagwekkend en overdonderend. 

Betekent dit dat we alleen nog maar een stille, wanhopige overtuiging overhouden dat we nooit in staat zullen zijn om God ooit te kunnen kennen?

Zeker niet. We weten dat onze woorden en gedachten en gevoelens God niet kunnen omvatten, maar ons doel is dan ook niet om Hem te vatten of te vangen, maar om Hem te aanbidden. Daarom buigen we in de diepste bewondering voor wat we niet kunnen vatten. Alpinisten ‘overwinnen’ de bergen, wij ‘aanbidden’ God. 

Als we het Matteüs evangelie vanaf hoofdstuk 5 willen lezen, de ‘bergrede’, zullen we pas dankzij deze ingesteldheid van aanbidding, kunnen ontvangen wat de Heer ons hier wil schenken. Anders zullen we teleurgesteld onze Bijbel dichtklappen en oppervlakkige christenen blijven; misschien op een bepaald moment zelfs afhaken. 

Matteüs, die zeer geīnspireerd uiteindelijk toch de eindredacteur van zijn tekst was, heeft hoofdstukken 5, 6 en 7 duidelijk weergegeven als de ‘bergrede’. Hij begint hoofdstuk 5 met te zeggen dat Jezus de berg opging en begint hoofdstuk 8 met de woorden: Hij daalde de berg af …  

De beginwoorden waar wij normaal overheen lezen: ‘Hij ging de berg op en ging zitten met zijn leerlingen om zich heen, waren voor het Joodse leespubliek van Matteüs zeer treffende woorden. Er staat niet dat Jezus ‘een berg’ opging, maar ‘de berg’, zonder te vermelden welke berg, dat was niet belangrijk. ‘De berg opgaan’ is voor Joden een heilig begrip! Met diezelfde woorden wordt weergegeven dat Mozes de berg in de Sinaï-Woestijn beklom (Exodus 19:3). Daar ontving Gods volk de Thora, wat wij ‘de wet’ noemen, maar wat in feite ‘het onderwijs’ betekent. Jezus zal met veel gezag Gods onderwijs aan zijn leerlingen of zijn discipelen geven. Dit zal duizelingwekkend zijn. Verschillende belangrijke mensen in de geschiedenis, ik denk nu alleen maar aan Gandhi, vonden de bergrede het summum, het meest hoogstaande van wat ooit op deze aarde geschreven is … Maar voor hen die God zelf, de Vader van Jezus, niet bewonderen en aanbidden, is het slechts een tijdelijke blik op een te groot mysterie. 

Toen Mozes de berg opging was God in rook en vuur op de top van de berg neergedaald. Beneden wachtte het samengekomen volk dat dit met vrees en beven had aanschouwd. Mozes ontving op de berg de 10 geboden en de rest van de wet. Daarna sloot God aan de Sinaï-berg ook het verbond met zijn volk en de tabernakel werd er gebouwd (Exodus vanaf hfst 19). 

Jezus die zijn volgelingen onderwijst ‘op de berg’  is de nieuwe Mozes! De vervulling van Mozes’ profetie in Deuteronomium 18:15-19

In het Nieuwe Testament lezen we, in Johannes 1:45 Filippus zocht Natanaël op en zei tegen hem: ‘We hebben de man gevonden over wie Mozes in de wet geschreven heeft en over wie ook de profeten hebben gesproken: Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazaret!’ 

In Joh 5:46 zegt Jezus aan de Joden die hem ondervroegen: Als u Mozes zou geloven, zou u ook Mij geloven, hij heeft immers over Mij geschreven’. 

En in Handelingen 3:22-26, de toespraak van Petrus aan de Tempelpoort, zegt Petrus in vs.22 Mozes heeft al gezegd: “De Heer, uw God, zal in uw midden een profeet zoals ik laten opstaan; luister naar Hem en naar alles wat Hij u zal zeggen … en in vers 25 vervolgt Petrus: “U bent de erfgenamen van het verbond dat God met uw voorouders heeft gesloten toen Hij tegen Abraham zei: “In jouw nageslacht zullen alle volken op aarde gezegend worden.” en dan in vers 26: God heeft zijn dienaar (=Jezus) allereerst voor u laten opstaan en Hem naar u gezonden om ieder van u die zich afkeert van zijn slechte daden te zegenen.” ‘Zegenen’ is Gods aandeel in het verbond met zijn volk. Hij beloofde aan Abraham Ik zal je tot een groot volk maken, Ik zal je zegenen, je naam veel aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn. Gen 12:2 NBV21. En in vers 3: In jou zullen alle volken op aarde gezegend worden. Nu, zegt Petrus in zijn toespraak, is de tijd gekomen dat alle volken op aarde gezegend zullen worden.

Dit woordje ‘gezegend’ in Handelingen 3, van het Griekse eulogétos, is een synoniem van het sleutelwoord in het eerste deel van de bergrede: ‘de zaligsprekingen’. ‘Gezegend’ omvat hetzelfde als ‘zalig’ (het Griekse makarios).

Beide woorden gezegend en zalig betekenen ‘het goede ontvangen hebben’ (het goed hebben), of ook ‘te benijden’ zijn. Of iemand zijn waarover goede dingen gezegd worden, iemand met een goede reputatie of een goede naam. Of zoals aan Abraham beloofd werd een ‘naam van veel aanzien’. (Gen 12:2 NBV21)

‘Gezegend’ wordt ook gebruikt als beschrijving voor God. Er worden alleen goede dingen over hem gesproken, dat komt Hem toe! ‘Blessed be the Lord’. We kunnen Hem alleen maar hoogschatten en bewieroken of prijzen. He is worthy of our praise.

Als het over mensen gaat verkiezen sommige hedendaagse bijbelvertalers inplaats van ‘zalig’ het begrijpelijker ‘gelukkig’, wat natuurlijk correct is, maar ‘zalig’ klinkt in het Vlaams net iets dieper en rijker.

Gelukkig zijn = het goede ontvangen hebben = gezegend zijn 

Zalig zijn = het ‘goede van God’ ontvangen hebben = door God gezegend zijn 

Dit is een eigen interpretatie, vanop het standpunt van de wandelaar op de rand van de klif. 

De bergrede werd door Jezus uitgesproken voor gewone mensen. Zijn woorden zijn nog steeds bestemd voor mensen die heel eenvoudig door het leven wandelen. Soms gemotiveerd en vrolijk, maar vaak ook vermoeid en zuchtend. 

Maar wie moedeloos en krachteloos is, heeft daarom zijn verlangens nog niet prijsgegeven. De bergrede spreekt mensen aan die getrokken zijn naar wat schoner, beter en meer is … en die steeds weer op zoek gaan naar een beter uitzicht en naar het beste vooruitzicht …

De bergrede is voor mensen die open staan voor het besef dat alles in handen is van de ontzagwekkende God, voor wie wij alleen maar kunnen buigen. 

Beeld je in dat jij je eigen nietigheid beseft, en dat tegelijkertijd het lied in je opkomt:

“Wees stil en weet, dat Ik ben uw God”

In Jesaja 66:2 zegt God: ‘Dit alles heb Ik met eigen handen gemaakt … Toch sla Ik acht op mensen met een gebroken geest, op ieder die beeft voor mijn woorden.’

Wees stil en weet dat de Heer zijn oog op jou heeft laten vallen. Hij die alleen het goede kan geven, en wiens voornaamste zorg het is om wat fout gegaan is weer goed te maken … 

Wees stil en weet … zijn oog is op mensen met een gebroken geest, op ieder die beeft voor zijn woorden.

Wees stil en weet wie je vreest! Vrees de ontzagwekkende God en Jezus die Hij gestuurd heeft! Door wie Hij een verbond met jou sluit, als je dat wilt. Het verbond waarin Hij je een nieuw hart geeft en zijn Geest in je binnenste. Zodat je eraan kunt meewerken dat Gods wil gedaan zal worden op aarde zoals in de hemel. Vrees de Heer Jezus die Gods hemels koningschap zal uitbreiden naar de aarde.  

Wees stil en vrees Hem die jou burgerschap in zijn koninkrijk aanbiedt. En de bedoeling heeft om je een plaats op zijn troon te geven. Om iemand van je te maken die handelt in gerechtigheid – van dezelfde kwaliteit als Gods gerechtigheid! Dan zul je eindelijk zijn wie Hij bedoeld heeft toen Hij je liet geboren worden. 

Wees stil en weet, dat Ik ben uw God. De Heer voert werkelijk zijn plan uit, heel rechtvaardig …  

Wees stil en weet, dat Ik ben uw God. Keer je tot Hem en vergeet wat je zelf allemaal aan ’t doen bent …

Wees stil en weet, dat Ik ben uw God. De Heer heeft je lief, Hij wil goed voor jou en je toekomst zorgen.  

Psalm 37:7 NBV21
Blijf kalm en wacht op de HEER , erger je niet aan wie slaagt in het leven, aan wie met listen te werk gaat. 

Wees stil en besef je eigen nietigheid, zelfs geestelijk heb je geen vat op je eigen leven … Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen

Plaats een reactie