Wat betekent het om zachtmoedig te zijn?

Zachtmoedigheid is onschuld, verpakt in nederigheid. De zachtmoedige mens is onschuldig en zuiver. Hij doet anderen geen kwaad en is nooit opzettelijk aanstootgevend. Juist vanwege deze onschuld zijn zachtmoedigen ook nederig. Ze zijn in staat om de gebrokenheid en de lasten van de mensen om hen heen op zich te nemen. 

Zachtmoedigheid is een eigenschap die naar boven komt te midden van beproevingen en ontberingen. Wanneer een zachtmoedig individu wordt belaagd en gekwetst, zal hij niet terugslaan en hij laat zich niet kleineren door het kwaad dat hem wordt aangedaan. De zachtmoedige mens is niet wraakzuchtig en laat zich niet uitschakelen. Een zachtmoedig persoon is zo zeker van zijn identiteit in Christus dat hij beledigingen en verwondingen kan incasseren zonder dat dit zijn eigenwaarde aantast. 

Een voorbeeld kan hierbij helpen. Stel dat een vijand me beledigt en me waardeloos noemt. Ik kan op verschillende manieren reageren. 

Ten eerste kan ik wraak nemen. Ik zou vuur met vuur kunnen bestrijden, die belediging beantwoorden door ze gemeen, harteloos en lelijk te noemen. Het zou waarschijnlijk gerechtvaardigd zijn om op deze manier te reageren. Dit is hoe rechtvaardigheid in veel samenlevingen functioneert: ‘Een belediging moet worden bestraft en een misstap moet bestreden worden met tuchtmaatregelen.’ 

Ten tweede zou ik die belediging kunnen geloven en me eigen maken. Ik zou die belediging kunnen ontvangen en geloven dat ze terecht is, geloven dat ik inderdaad waardeloos ben. Als ik dat zou doen, zou ik mijn vijand laten bepalen wie ik ben, of hem m.a.w. mijn identiteit laten bepalen. 

Zachtmoedigheid houdt het midden tussen deze twee uitersten. Aan de ene kant incasseren zachtmoedigen kwaad, echter zonder vergelding. Ze vechten niet terug en vergelden geen kwaad met kwaad. Maar aan de andere kant internaliseren ze geen schade. Ze laten die ander niet in hun hoofd kruipen. Zoals we hier kunnen zien, speelt vergeving een grote rol in zachtmoedigheid. In plaats van wraak te nemen voor een belediging en in plaats van te geloven dat de belediging waar is, vergeven de zachtmoedigen hun vijanden. Door te vergeven erkennen ze de onwaarheid van de belediging, maar zien ze ook af van alle verlangens om wraak te nemen.

Net als bij veel van de zaligsprekingen kijken we hier naar Jezus als voorbeeld. In Jezus zien we volmaakte zachtmoedigheid. Jezus was de enige mens zonder zonde en dus had niemand een reden om hem op wat voor manier dan ook te mishandelen of te misbruiken. Bovendien is Jezus volledig God en dus in staat om op elk misbruik te reageren met een snelle en onmiddellijke vergelding. Hij alleen had de kracht om elke vorm van kwaad dat zijn kant op kwam te weerstaan en te overwinnen. En toch, in zachtmoedigheid, verdroeg Jezus immens misbruik en lijden op weg naar het kruis. Hij doorstond fysieke en emotionele mishandeling en psychische kwelling. Elk denkbaar kwaad werd Jezus aangedaan. Nadat hij al deze ellende had doorstaan, werd hij nog een laatste keer verleid terwijl hij aan het kruis hing. Hier bespotten de overpriesters hem en daagden hem uit om van het kruis af te komen “als hij werkelijk de Zoon van God is”. 

In deze beledigingen wordt Jezus uitgedaagd om ofwel wraak te nemen of om kleiner te worden. Aan de ene kant wordt Jezus uitgedaagd om zijn macht te gebruiken om wraak te nemen op degenen die hem kwaad hebben gedaan. Als hij de Zoon van God is, dan zou zijn macht getoond moeten worden met een grote daad van wraak op zijn vervolgers. Aan de andere kant wordt hij verleid om zijn eigen identiteit als Zoon van God in twijfel te trekken. Als Jezus niet terugslaat, zal dat aan de uitdager bewijzen dat hij machteloos is en dus niet is wie hij zegt te zijn. En toch toont Jezus door dit alles heen perfecte zachtmoedigheid. Hij weigert wraak te nemen en blijft standvastig in het vervullen van zijn missie als de Zoon van God. Jezus blijft zachtmoedig aan het kruis, zodat hij zijn zending kan vervullen, om onze zonden op zich te nemen, de zonde van de wereld te dragen. Hij weigert wraak te nemen omdat hij onze zonden wil vergeven en daarom de last van de zonde op zich wil nemen. Aan hen die in de Christus geloven biedt hij geen vergelding voor hun zonden, maar vergeving. Het is dus door Jezus dat we nu de kracht hebben om zachtmoedig te zijn. Als ons onrecht wordt aangedaan, kunnen we ons wenden tot degene die voor ons onrecht heeft geleden. We kunnen spot en mishandeling verdragen in de wetenschap dat de leugens die over ons verteld worden geen invloed hebben op onze identiteit. Onze identiteit is al veiliggesteld door het Lam van God, Jezus Christus. Als we gebukt gaan onder het gewicht van de wereld, hoeven we niet langer uit te halen of in wanhoop te vervallen.  

In plaats daarvan kunnen we onze lasten op Jezus leggen, wetende dat hij ze voor ons zal dragen. Jezus nodigt zijn volgelingen uit om zich aan hem te binden, om op hem te leunen omdat zijn last licht is en zijn juk zacht. Dit geeft ons op onze beurt de kracht om zachtmoedig de lasten van anderen op ons te nemen. Zij die zachtmoedigheid hebben aangekweekt zijn in staat om mensen in nood te troosten. Ze zijn in staat om het gewicht van de pijn van hun vrienden op zich te nemen zonder ze te beledigen of hun geest te verpletteren. Hoe moeten we zachtmoedigheid cultiveren? Het kan lijken alsof zachtmoedigheid beschouwd moet worden als een belediging voor gerechtigheid. De zachtmoedigen lijken degenen te zijn die hun verlangen opgeven om echte gerechtigheid in de wereld te zien. Maar we ontdekken de redenen waarom christenen zachtmoedig kunnen zijn in het tweede deel van deze zaligspreking, waar Jezus zegt dat de zachtmoedigen de aarde zullen erven. We zien dat de zachtmoedigen de aarde erven aan het einde van de Bijbel. In het boek Openbaring staat dat Jezus terug zal komen om een laatste en volmaakt oordeel over de wereld te vellen en alle zonde, kwaad en boosaardigheid van de aarde zal verbannen. Dan zullen zij die in Jezus geloven opstaan in hun eeuwige glorie en op een volmaakt rechtvaardige, nieuwe aarde wonen. 

De profeet Jesaja zegt iets soortgelijks, namelijk dat Jezus alle slangen van de berg Sion zal verbannen en er een plaats van zal maken waar Gods volk vrij van kwaad en onrecht kan leven. Deze hoop op een toekomst met volmaakte gerechtigheid geeft christenen het vermogen om allerlei onrecht in het heden te verdragen. We kunnen ons verlangen om het recht in eigen hand te nemen loslaten, omdat we weten dat degenen die ons in het heden kwaad doen in de toekomst de ontvangers zullen zijn van Jezus’ volmaakte oordeel. De zachtmoedigen laten Jezus de Rechter zijn. Bovendien hebben christenen er vertrouwen in dat ze bij dit laatste oordeel door Christus zullen worden opgewekt. Hun identiteit, hun eigenwaarde is al verzekerd. Het maakt niet uit hoe ze genoemd worden en hoeveel ze in het heden ook vertrapt worden, hun namen staan al geschreven in het Boek des Levens en ze weten dat ze voor eeuwig zullen leven in de volmaakte gerechtigheid van de berg Sion.